Miguel is een gepassioneerd natuurbeschermer uit Brazilië die zich volledig heeft toegelegd op het behoud van wilde dieren in tropische bossen. Na zijn afstuderen in Rio de Janeiro verhuisde hij naar een klein stadje diep in het Amazonegebied om te gaan werken bij het Mamirauá Instituut, een sociale organisatie die samen met de lokale gemeenschappen onderzoeks- en natuurbeschermingsprojecten ontwikkelt. Hij heeft ervaring met cameravallen, maar de afgelopen jaren heeft hij onderzoek gedaan naar conflicten tussen mens en dier waarbij jaguars en traditionele gemeenschappen in het Amazonegebied betrokken zijn.
Een jaguar is op jacht aan de rand van een lokale gemeenschap diep in het Amazone regenwoud. Zijn gebrul is in het holst van de nacht te horen; zijn sporen omringen de randen van het dorp. Voor sommige inheemse gemeenschappen kan dit een teken zijn dat een sjamaan van een rivaliserend dorp zich in een jaguar heeft veranderd om hen te terroriseren. Voor andere betekent het dat een oudere persoon uit het dorp de dood nadert en daarom in een jaguar begint te veranderen. In andere gebieden wordt de jaguar echter gewoon gezien als een gevaarlijk dier dat iemand kwaad kan doen of huisdieren en vee kan opeten. Om de jaguar aan te pakken die te dichtbij komt, doen sommige inheemse gemeenschappen een beroep op hun plaatselijke sjamaan om rituelen uit te voeren die gebaseerd zijn op hun geloof; anderen schieten de jaguar ter plekke neer.
Deze voorbeelden illustreren hoe ondoorgrondelijk complex en divers het perspectief van verschillende gemeenschappen kan zijn. Wanneer wetenschappers en natuurbeschermers samenwerken met lokale gemeenschappen, moeten hun cultuur, wereldbeeld, sociale normen en gewoonten niet alleen worden gerespecteerd, maar moet er altijd rekening mee worden gehouden. Als bioloog leerde ik heel weinig over deze concepten tijdens mijn opleiding, waar bijna geen nadruk werd gelegd op de menselijke dimensies van natuurbehoud. De afgelopen drie jaar heb ik echter nauw samengewerkt met traditionele gemeenschappen in het Amazonegebied en ben ik me gaan verdiepen in sociale wetenschappen en antropologie.
Onlangs had ik de gelegenheid om deel te nemen aan de conferentie Antropologie en Behoud, georganiseerd door het Koninklijk Antropologisch Instituut, dankzij financiering van de ACEER Foundation. Ik was verbaasd over de talloze verschillende benaderingen van natuurbehoud die werden gepresenteerd, van transdisciplinaire en op de gemeenschap gebaseerde projecten tot initiatieven van de inheemse bevolking. Hoewel de ecologische en biologische aspecten van natuurbehoud ongetwijfeld essentieel zijn, waren zij decennia lang de enige benadering die in aanmerking kwam om instandhoudingsproblemen aan te pakken. Behoud van biodiversiteit heeft echter te maken met mensen en politiek en met sociale, culturele en psychologische aspecten. Samenwerking tussen verschillende disciplines is cruciaal voor positieve resultaten. Natuurbehoudsprojecten hebben enorm veel baat bij interdisciplinaire teams die psychologen, sociale wetenschappers, juristen, filmmakers of journalisten kunnen omvatten.
Maar disciplines vormen slechts één kant van het verhaal. Generaties lang hebben onderzoekers in de academische wereld natuurbeschermingsprojecten ontwikkeld, waarbij ze de inheemse volkeren en lokale gemeenschappen (IPLC's) vrijwel verwaarloosden of zelfs in conflict kwamen, zonder hun belangrijke rol in de bescherming van natuurlijke omgevingen en soorten te erkennen. Maar liefst 80% van de biodiversiteit van de wereld is te vinden op het grondgebied van inheemse volkeren, en deze gemeenschappen slagen er vaak beter in de instandhoudingsdoelstellingen te bereiken dan de westerse wetenschap. De westerse wetenschap heeft echter in het verleden in naam van het natuurbehoud inheemse volkeren hun land en rechten ontnomen, waardoor hun bestaansmiddelen werden ondermijnd. De tijd is gekomen dat we verder gaan dan wat "fortbehoud" wordt genoemd en dat we verder gaan dan alleen de erkenning van de rol van IPLC's bij het behoud van de biodiversiteit. Het is absoluut noodzakelijk dat IPLC's actief betrokken worden bij natuurbehoudsprojecten (als ze dat willen natuurlijk) en dat hun kennissystemen meer worden dan een secundaire bron van informatie.
Op mijn werkterrein, dat zich bezighoudt met interacties tussen mens en dier, heeft deze manier van denken de weg vrijgemaakt voor nieuwe benaderingen van het werken met lokale gemeenschappen. Projecten over de hele wereld zijn afgestapt van top-down oplossingen voor conflicten tussen mens en dier die aan de lokale gemeenschappen worden opgelegd en voor hen vaak onbegrijpelijk zijn, waardoor de sociale acceptatie van het project en daarmee de effectiviteit ervan afneemt. In plaats daarvan zijn veel natuurbeschermingsinitiatieven begonnen met een horizontale aanpak, waarbij lokale gemeenschappen bij elke stap van de projectplanning en -uitvoering worden betrokken en gezamenlijke oplossingen worden bedacht.
Het leren kennen van deze verschillende perspectieven heeft de manier waarop ik werk en hoe ik lokale gemeenschappen benader en ermee omga diepgaand gevormd. Van het altijd rekening houden met het wereldbeeld van de lokale gemeenschappen tot het leren van hun ervaringen en het samen werken aan oplossingen, deze meer inclusieve kijk op natuurbehoud heeft zeker invloed op mijn carrière en zal al mijn toekomstige projecten beïnvloeden.
1 gedachte over "Voorbij de biologie: transdisciplinaire benaderingen van natuurbehoud"
Fascinerend vooruitzicht